Twee weken geleden liep ik door het UMCG. Ik kwam van een gesprek met Adri Spelt, mijn supervisor en tevens geestelijk verzorgende in het UMCG. Van een afstand hadden we samen naar hun kerststal gekeken. Maria wordt gesymboliseerd door mooi houtsnijwerk van een krachtige Somalische blinde vrouw. En Jozef, uit hetzelfde hout gesneden, is een jonge man op knieën in een houding van overgave en gebed. De kribbe was nog leeg, het was nog voor kerst, het kind was nog niet geboren. Dit jaar hebben de geestelijk verzorgenden de dieren ook weer van stal gehaald. De os, de ezel, de schapen; de dieren staan op wieltjes. Adri vertelde hoe ze regelmatig aan het einde van de dag de dieren moeten verzamelen, omdat kinderen (of volwassenen) ermee aan het rijden gaan en ze dan ergens in de gangen van het ziekenhuis achter laten.
Wat een prachtige symbolisering van hun herderlijke zorg, gaat er nu door mij heen.
Na ons gesprek liep ik naar de stal. En vond daar ook dit gedicht.
De nachten lang
de gangen leeg
bezoek naar huis
hun kerststuk op de vensterbank
en voor mij liggen uren
van wakker zijn en wachten
op zekerheid van wat mij mankeert.
Ik lig en wacht en hoop, ben bang
probeer mij te verzoenen met wat komt
Die strijd…
… en geef mij tenslotte over aan het donker van de nacht
tot tijd niet meer bestaat,
de spanning mij verlaat,
ik weerloos lig en wacht…
Een tere, vleugelzachte streling langs mijn wang
als adem die mij moed inblaast
een kleine, heel kleine hand
die licht mijn hart aanraakt
en mij met kracht en troost verwarmt.
Er glanzen sterren in het kerststuk op de vensterbank.
Wat hier gebeurt?
Ik weet het niet
in deze langste nacht van het jaar
en van mijn leven.
Ik glimlach stil
in een begin van … vrede
Marijke de Bruijne
Ik las het gedicht in eerste instantie als een verhaal dat ik ken van al die mensen die ik in het ziekenhuis heb verpleegd. In al die nachten die in het ziekenhuis zo lang kunnen zijn.
Maar
vervolgens schoten een aantal gesprekken van de afgelopen weken door mij heen.
Gesprekken met mensen die thuis ziek en t.g.v. corona noodgedwongen veel te veel
alleen zijn. Mensen die slechtnieuws hebben gekregen en in spanning afwachten op
vervolgonderzoek. Mensen met allerlei ander sores in hun bestaan… mensen die
wachten en hopen en bang zijn. Mensen die proberen te verzoenen en te strijden…
We doen het allemaal; ieder in onze eigen leven, in onze levens met elkaar en in ons leven in verhouding tot wat er in de wereld gebeurt. Ieder op een eigen manier wachten we, hopen we, zijn we bang, proberen we te verzoenen en te strijden… en we verlangen naar die tere streling, naar die adem die ons moed inblaast, naar die aanraking die troost en verwarmd.
de aanraking die er is in het “Ik zal zijn”.
de aanraking die soms ineens onverwachts tot ons kan komen.
de aanraking die ons een begin van vrede geeft.
Ik wens u allen, ook in 2021 deze aanraking en vrede toe.
Hartelijke groet, Marleen Stokroos
PS - Hartelijk dank voor alle lieve toewensen aan mij en mijn gezin via kaarten en anderzijds berichtjes. Via deze weg en woorden wens ik jullie allen, naast vrede ook alle goeds en gezondheid toe. Tot ziens in 2021.